Je hebt een boek (voor)gelezen, klapt het dicht, en dan? Leg je het weg? Of praat je er nog over na, waardoor jij en je leerlingen nog veel meer over het boek kunnen ontdekken?

Waarom we graag ervaringen delen

Het is menselijk om ervaringen te willen delen. We vinden herkenning in gelijkgestemden die dezelfde ervaring hebben of leren juist van anderen doordat ze ons laten zien hoe je iets op een andere manier kunt bekijken. Het delen van ervaringen heeft een sociaal aspect. Het bevordert het groepsgevoel als je gelijkgestemden vindt waarmee je kunt praten over wat je hebt meegemaakt of hebt gelezen. Door ervaringen te delen, kun je van toegevoegde waarde zijn voor een ander, waardoor je het gevoel krijgt dat je gewaardeerd wordt.

Waarom praten over boeken een positief effect heeft

Door in de klas te praten over een gezamenlijk gelezen boek kun je als docent de leeservaring van je leerlingen intensiveren, verdiepen en waardevoller maken. Leerlingen leren om verbanden te leggen, niet alleen binnen het verhaal maar ook ten opzichte van hun eigen leven. Daarnaast ontdekken ze zelf nieuwe aspecten van het verhaal en kunnen ze anderen helpen om het boek beter te begrijpen, waardoor hun input gewaardeerd wordt.
Om mee te kunnen praten, bij de groep te kunnen horen en waardering te kunnen krijgen, moeten de leerlingen het boek zelf wel hebben gelezen. Hierdoor zijn ze gemotiveerder om het boek uit te lezen: ze willen liever gewaardeerd worden om hun bijdrage dan buiten de groep vallen.

De hele klas hetzelfde boek laten lezen?

Wij zijn er geen grote voorstander van om alle leerlingen zelfstandig hetzelfde boek te laten lezen. Door de verschillen in leesvaardigheid en -voorkeuren binnen een klas is het onmogelijk om een boek te kiezen waar alle leerlingen enthousiast over zijn én dat ze goed zelfstandig kunnen lezen. De verschillen in leesvaardigheid tussen leerlingen zijn groot en een gekozen boek kan voor de een te lastig zijn, terwijl het voor een andere leerling te toegankelijk is en niet bevredigend om te lezen. Het risico op een negatieve leeservaring is hierdoor groot en dat is juist wat we willen voorkomen.

Wat werkt dan wel?

Een manier om dit op te lossen is door in de klas een boek (of een fragment) voor te lezen en hierover in gesprek te gaan. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld het Boek van de Maand van Lezenslesen. Je ondervangt hiermee dat een boek technisch te moeilijk of te makkelijk is voor je leerlingen.
Een andere oplossing is om leerlingen in groepjes aan de slag te laten gaan, in de vorm van een leesclub. Leg een aantal titels voor aan je leerlingen, zorg ervoor dat dit een divers aanbod is qua toegankelijkheid en onderwerp (of invalshoek als je thematisch werkt). Leerlingen lezen het zelfgekozen boek zelfstandig en praten hierna in een kleiner groepje over het boek. Een bijkomend voordeel is dat je vaak (in samenwerking met de bibliotheek) gemakkelijker aan enkele exemplaren van een boek kunt komen dan aan complete klassensets.

Verdieping naar aanleiding van een verhaal

Het voorlezen van boeken of fragmenten kan een goede aanleiding zijn om met je leerlingen over bepaalde onderwerpen te praten. Je kunt ingaan op een onderwerp uit het boek, dat aan kan sluiten bij actuele gebeurtenissen of lastige thema’s zoals pesten, homoseksualiteit en racisme. Naar aanleiding van het verhaal stel je vragen. Herkennen ze zich in wat een personage doet? Zouden ze zelf iets anders hebben gedaan? Hebben leerlingen zelf ook wel eens zoiets meegemaakt?

Geen overhoring, maar een open gesprek

In een goed gesprek over boeken is het niet de bedoeling dat de leerlingen worden overhoord. Het doel van zo’n gesprek is dat het plezier in lezen wordt versterkt. De docent ondersteunt de leerlingen in hun ontdekkingstocht naar hun mening over het boek. Wat vonden ze goed? Welk deel sloegen ze liever over? Zijn er dingen die ze niet hebben begrepen? Leerlingen reageren hierbij op elkaar. Ze stellen vragen, leggen iets uit of zijn het met een mening (on)eens. De voorwaarde voor zo’n gesprek is dat de leerlingen weten dat ze in een veilige omgeving zijn, waar ze mogen en kunnen zeggen wat ze denken. Er bestaan geen foute opmerkingen of vragen tijdens het gesprek over het verhaal en leerlingen zijn bereid elkaar te helpen bij de interpretatie en betekenisgeving van een verhaal.

Tips voor een goed gesprek

Er is veel onderzoek gedaan naar praten over boeken en fragmenten in de klas en er is nog veel meer te vertellen over dit belangrijke onderwerp, maar voor nu houden we het bij deze introductie. Ben je enthousiast geworden en ga je graag met je leerlingen in gesprek over de boeken die jullie lezen? Stichting Lezen heeft hierover een brochure uitgebracht: Literaire gesprekken in de klas. In deze brochure vind je meer achtergrondinformatie en enkele handvatten om in de klas aan de slag te gaan met het praten over boeken.

Daarnaast is Vertel eens van Aidan Chambers een aanrader, dat ook samen is uitgegeven met de Leesomgeving in Leespraat. Dit is een titel die op de leeslijst zou moeten staan van iedere (aankomende) leerkracht en docent die te maken heeft met leesonderwijs. Hoewel dit boek meer is gericht op het basisonderwijs, biedt het voor docenten Nederlands ook zeer waardevolle en praktische handvatten om in de klas te praten over boeken. Chambers geeft achtergrondinformatie en voorbeeldvragen die je tijdens een gesprek aan je leerlingen kunt stellen.

Deel dit bericht
Lezenslessen