
Op veel scholen gebeurt het al: er wordt tijd ingepland om de leerlingen te laten lezen in een zelf meegebracht boek. Maar waarom is het een waardevolle investering om leerlingen een deel van hun tijd op school vrij te laten lezen? En hoe realiseer je dit?
Leesvaardigheid en leesattitude: de stand van zaken
Een ruime meerderheid van de leerlingen presteert volgens onderzoek redelijk tot goed op het gebied van leesvaardigheid. De meerderheid slaagt erin om aan het einde van de opleiding te voldoen aan het vereiste referentieniveau, valt te lezen op de website Leesmonitor.nu.
Tegelijkertijd wijst het PIRLS-onderzoek uit dat Nederlandse leerlingen van het basis- en middelbaar onderwijs in vergelijking met leerlingen uit andere landen in 2016 weinig plezier in lezen hadden. Nederlandse middelbare scholieren staan wat betreft leesattitude op de internationale ranglijst van 65 landen zelfs helemaal onderaan.
Vrij lezen op school: naar een positieve leesattitude
Om de leesattitude van leerlingen te verbeteren helpt het om regelmatig te vrij te lezen op school, zonder dat er hierna direct iets mee gedaan moet worden. Je kunt leerlingen (samen met de mediathecaris) begeleiden bij het kiezen van een geschikt boek dat past bij de leesvaardigheid en -interesses van de leerling. Hiermee vergroot je de kans dat een boek de leerling aanspreekt en zo werk je aan positieve leeservaringen die bijdragen aan een positievere leesattitude. En zo’n positieve leesattitude draagt eraan bij dat leerlingen ook na hun schooltijd blijven lezen omdat ze lezen leuk(er) vinden, waardoor de positieve effecten van lezen door blijven werken en groeien.
Hoe te beginnen?
Het zal voor iedereen even wennen zijn als je begint met het vrij lezen op school. Geef bij de leerlingen aan dat je vanaf nu iedere week begint met 10 minuten of een kwartiertje lezen en dat je verwacht dat ze allemaal een leesboek bij zich hebben. Een andere optie is te beginnen met voorlezen en dit een aantal weken vol te houden, waarna je overstapt op zelfstandig lezen. De keren dat je voorleest kun je gebruiken om een (kort) verhaal voor te lezen, maar ook om boeken te promoten door fragmenten uit deze boeken voor te lezen, waardoor je de nieuwsgierigheid van de leerlingen wekt.
Een andere, intensievere optie is om vrij lezen schoolbreed te dragen en te rouleren in welke lessen de leerlingen vrij lezen. De eerste week lezen leerlingen 10 minuten aan het begin van de les Nederlands, de week erop gebeurt dit bij geschiedenis en weer een week later lezen de leerlingen aan het begin van de wiskundeles in hun leesboek. Het vergt wat tijd om dit goed te plannen en organiseren, maar als leerlingen standaard een leesboek bij zich hebben en docenten dit systeem in hun lessen intergreren ontstaat er een stevige leescultuur op school waar iedereen de vruchten van plukt.
Wat lezen je leerlingen?
Het doel van het vrij lezen is dat leerlingen meer plezier krijgen in lezen en dat hun houding ten opzichte van lezen verbetert. Wat daarbij belangrijk is, is dat je leerlingen laat lezen wat ze leuk vinden. Lezen ze een boek dat eigenlijk net onder hun niveau zit maar waar ze wel een goed gevoel aan overhouden? Keur dit dan gewoon goed. Ook stripverhalen en non-fictie kunnen een positieve leeservaring teweegbrengen. Na het lezen van deze titels kun jij met deze leerlingen in gesprek gaan. Vraag wat ze leuk of prettig vinden aan de ze titels en denk mee over wat hierna een goed boek is. Leest een brugklasleerling graag non-fictie over geschiedenis? Draag daarna dan bijvoorbeeld De reis van Syntax Bosselman van Arend van Dam voor. Dit is een boek met verhalen over slavernij waarin non-fictie én fictie aan bod komen.
Wat doe je zelf in die tijd?
Lezen! Want zien lezen doet lezen. Het heeft heel veel invloed op de klas als je zelf het goede voorbeeld geeft. Lees boeken die je zelf graag wilt lezen, maar pak ook eens een boek dat je leerlingen zal aanspreken. Vertel de leerlingen over wat je leest of lees een stukje voor om ze te verleiden dit boek ook te lezen. Vraag leerlingen ook naar wat zij lezen en of ze nog tips voor je hebben en lees deze titels ook. Op deze manier ontdek je wat je leerlingen graag lezen en kun je hier makkelijker op inspelen én leren je leerlingen dat je hen serieus neemt.
En na het lezen dan?
In principe ga je na het lezen verder met je lesprogramma, maar misschien heeft een leerling een boekentip die hij of zij met de klas wil delen en wil je hier ruimte aan geven? Soms kun je ook inhaken op wat je zelf hebt gelezen of geeft een verhaal dat een leerling leest een startpunt voor een goed gesprek (of een discussie) met je leerlingen. Vraag leerlingen na het lezen ook af en toe hoe ze het vinden om te lezen. Vinden ze het prettig? Nee? Ga hierover met ze in gesprek en probeer te ontdekken waarom ze het niets vinden en op welke manier ze het wel fijn zouden vinden.
En wat als het niet gaat zoals je hoopt?
Het kan zijn dat het vrij lezen in een stille klas voor een aantal leerlingen wennen is. In het begin vergeet een deel misschien een boek mee te nemen, blijft het nog onrustig in de klas of leest maar een enkeling. De nieuwe aanpak heeft vaak tijd nodig. Geef het die tijd en overleg met je leerlingen waar ze tegenaan lopen. Je kunt ook besluiten om de eerste weken voor te lezen of om het zelfstandig lezen af te wisselen met voorlezen. Op deze manier breng je de verhalen in de klas en wennen je leerlingen eraan. Hoewel de start misschien om geduld vraagt, blijkt het lezen na verloop van tijd steeds vaker een fijn moment voor de leerlingen waarin ze zicht rustig concentreren op hun boek of stripverhaal.
Waar komen de boeken vandaan?
In principe nemen leerlingen zelf een boek mee en hebben ze dit vanaf nu standaard in hun tas. De boeken halen ze vooraf uit de mediatheek, bibliotheek, uit de boekenkast thuis of misschien uit de boekenkast in de klas. Lezen ze hun boek uit of zijn ze vergeten om een boek mee te nemen? Laat ze dan een nieuw boek uitzoeken in de mediatheek of probeer zelf een aantal boeken in de klas te hebben zodat je leerlingen altijd iets kunnen lezen. Voegt een gekozen boek niet? Ga dan met de leerlingen in gesprek om te ontdekken waardoor dit komt. En een boek hoeft misschien niet altijd uit.
Ben je op zoek naar goede titels voor je leerlingen (of voor jezelf)? Kijk dan ook eens bij onze Boekentips. Deze kun je selecteren op onderwerp. Per boektitel beschrijven we voor welk type leerling deze titel geschikt is.