Hoe is het tegenwoordig om doof te zijn? En hoe was dat vroeger? Daarover schreven Caja Cazemier en Martine Letterie in Hoor je mij? Een verhaal dat voor inzichten en begrip zorgt.

Naar de brugklas

Er breekt een nieuwe periode voor Sterre aan, ze gaat naar de brugklas. Een spannende periode, want Sterre is doof en draagt een CI. Dit is een apparaatje waarmee ze kan horen. In combinatie met spraakafzien kan Sterre zich goed redden, maar in drukke omgevingen, zoals een klaslokaal of drukke kantine is het soms best lastig.

Er gewoon bij willen horen

Sterre wil absoluut geen tolk mee naar school, ze wil het liefst zo min mogelijk opvallen en krijgt hulp van haar beste vriendin. In het begin gaat het best goed, maar ondanks haar inspanningen mist Sterre best veel van de lessen en van wat haar klasgenoten bespreken. Het voelt ook alsof iedereen over haar praat. Met haar dove vrienden gaat het allemaal veel makkelijker, maar ze wil er ook dolgraag bij horen in de wereld van de horende mensen.

Ellendige spraaktrainingen

De verhaallijn over Sterre wisselt af met die over Freek. Hij zit in de jaren ’50 op een internaat voor dove kinderen. Er wordt hard gewerkt aan hun spraak en gebarentaal is op school verboden. Ook zijn ouders verbieden hem om gebarentaal te gebruiken als anderen het kunnen zien, omdat ze zich schamen voor hun doofheid. Freek vindt het verschrikkelijk op het internaat en loopt regelmatig weg. Het liefst gaat hij naar de normale school en kiest hij zelf wat hij wil worden in plaats van dat hij keuze heeft uit een klein aantal beroepen die geschikt zijn voor doven.

Veranderingen door de tijd

Het is heel interessant om te zien hoeveel er in zeventig jaar tijd is veranderd. Met dank aan haar CI kan Sterre nu iets horen en kan ze in combinatie met spraakafzien begrijpen wat mensen zeggen. Ook op school is er veel veranderd, spraaktraining en een verbod op gebarentaal zijn verleden tijd. Maar er zijn ook dingen die niet veranderen, want Freek en Sterre zijn allebei zoekend.

Een interne strijd: waar wil je bij horen?

Zowel Freek als Sterre ervaren een interne strijd. Ze willen dolgraag volledig meedraaien in de maatschappij. Naar een normale school, zonder tolk en eigen keuzes maken voor hun toekomst. Maar tegelijkertijd ervaren ze ook dat dit lastig is en is het makkelijker om te communiceren met andere doven dan met horende mensen. Waar willen ze bij horen? En wat is daarvoor nodig?

Een verhaal dat voor meer begrip zorgt

Dit verhaal laat zien wat het betekent om doof te zijn. Hoe was het voor Freek en hoe is het nu voor Sterre? Waar lopen ze tegenaan? Wat kost meer moeite? En ervaren zij het doof zijn? Je leert dat de term liplezen niet meer wordt gebruikt, maar is vervangen door spraakafzien en ontdekt wat ervoor nodig is om dit goed te kunnen.

Het is duidelijk dat de auteurs voor dit boek veel gesprekken hebben gevoerd en kennis op hebben gedaan over doof zijn. Hierdoor weten ze goed over te brengen wat belangrijk is voor ieder mens, maar zeker ook voor dove kinderen en jongeren, en dat is je gezien en geaccepteerd voelen.

Voor wie?

Hoor je mij? is een vlot leesbaar verhaal waarin het perspectief wisselt tussen Sterre en Freek. Aan het begin van ieder hoofdstuk staat een illustratie van de titel in gebarentaal, wat ervoor zorgt dat het gebruik van gebaren meer gaat leven.

Voor dove leerlingen vanaf 12 jaar is het ontzettend fijn dat er nu ook een verhaal is waarin zij zich (deels) kunnen herkennen. Daarnaast is dit boek heel waardevol voor iedereen die meer wil weten over hoe het is om niet te kunnen horen. Of je nu te maken hebt met dove klasgenoten of leerlingen in je omgeving of klas of niet.

Over het boek

Titel: Hoor je mij?
Auteurs: Caja Cazemier en Martine Letterie
Uitgeverij: Ploegsma
Jaar van verschijnen: 2022
Aantal pagina’s: 216
Voor lezers vanaf ca. 12 jaar.

Deel dit bericht
Lezenslessen